zondag 8 augustus 2010

RAP maakt rondje Nederland, zomer 2010

RAP maakt rondje Nederland
juli en augustus 2010

Nadat wij verleden jaar in Antwerpen zijn geweest (zie hiervoor ons eerdere verhaal) hebben wij verleden jaar gelijk gezegd dat wij een rondje Nederland willen plannen. Wij zijn 2 weken eerder op vakantie dan andere regio’s en daardoor kan het in het noorden van Nederland best eens wat rustiger zijn. Een mooie gelegenheid om Texel en het IJsselmeer eens te verkennen, zo gezegd zo gedaan. Wij willen via Hoek van Holland buiten om naar Texel, Scheveningen en IJmuiden zullen wij dan aandoen, alvorens wij ons naar Texel zullen begeven. Een nieuw vaargebied voor RAP, Sandra en Maarten. Vanuit Krimpen ad Lek varen wij door Rotterdam naar Maassluis. In Maassluis liggen wij als enige passant in de binnenhaven. Lange lijnen gezet, want je hebt daar een tij-verschil van ongeveer 2 meter. De volgende ochtend zijn wij om 9.30 uur vertrokken om rond 13.00 uur, hoogwater aan te komen in Scheveningen. Het laatste stukje Nieuwe Waterweg is druk en wij zien weer diverse kleine en grote zeeschepen om ons heen. Eindelijk gaan wij het zeegat uit, de noordpier van Hoek van Holland ronden wij en koersen richting Scheveningen. In de verte zie je Scheveningen al liggen. Zeil gezet en met een mooi lopend windje richting Scheveningen gezeild.
Het mooie van varen op zee is dat je eigenlijk alleen maar water ziet om je heen. De vrijheid die dat geeft is een mooie gewaarwording. Nou is het wel zo dat je bij coast-hoppen de kust aan één kant wel ziet liggen. Weliswaar een paar kilometer verderop, maar toch als je de andere kant op kijkt, niets dan water. Zeker met dit rustige en lekkere weer is het een genoegen om op zee te zijn. Bruisend zoutwater, af en toe in de verte een zeeschip en een regelmatig deining. Mooi toch, zeilen? In Scheveningen aangekomen, zijn wij aan de vroege kant, dat heb je met een RAP-zeiljacht, natuurlijk. De passantensteiger is nog nagenoeg leeg en wij kunnen lekker een plekje aan de steiger uitzoeken. Met de boeg naar de uitgang van de haven, voor het geval dat, en goed vast leggen met springen en trossen, voor het geval wij buren krijgen. Scheveningen op zich, vinden wij een wat zakelijk gebeuren, niet echt een plaats om lang te blijven liggen. De volgende dag op tijd vertrekken om weer met hoogwater aan te komen in IJmuiden De wind was nog minder dan gisteren en het leek ons een mooi idee om de nieuwe genaker eens uit te proberen. Ik heb de schoten e.d. al klaargelegd, en éénmaal op het water hoeven wij alleen de slurf te hijsen en daarna de genaker te bevrijden. 75 m2 uitvouwen en met een bakstag-wind vaart de RAP een mooie snelheid richting IJmuiden. Op de hoogte van Noordwijk zakt de wind steeds verder in, totdat zelf de genaker regelmatig slap begint te hangen. Het moment om de motor te starten en het laatste stukje richting IJmuiden op de motor te volbrengen. In de verte zien wij de hoogovens met hun rookpluimen al. Melden bij verkeerscentrale IJmuiden en naar binnen varen, de jachthaven IJmuiden Seaport Marina oproepen en een plaatsje bespreken. Wij kunnen bijna helemaal voorin een plaatsje vinden. Het is een gezellige drukte in deze haven. Het ademt één en al watersport. De haven loopt ook langzamerhand vol. Toch zijn er nog genoeg ligplaatsen over en hoef je dus niet bang te zijn dat je niet terecht kan. Vanwege het mooie weer is het op de boulevard ook druk met strandgangers. Als je vanaf de haven over de duinen loopt, zit je zo op het strand. De strandtenten hebben het druk en de gezellige vakantie-sfeer merk je direct. Het strand is met laag water hééééél groot, je bent wel even bezig om naar de waterlijn te lopen. Daarna de reisvoorbereiding nalopen voor de volgende dag en lekker gaan slapen. De volgende ochtend is het windstil. Zeilen zit er niet in en zal pas laat op de dag misschien mogelijk worden. Wij vertrekken op de motor en die zal het hele traject aanblijven. De way-points in de plotters sturen de boot via de stuurautomaat de goede kant op, wij hoeven alleen maar uitkijk te houden en op de kaart te kijken welk plaatsje wij nu weer voorbij varen. De aanloopton bij Den Helder komt in zicht en gelijk neemt het aantal schepen om ons heen ook toe. Mooi op tijd komen wij op Texel, Oudeschild aan. Er is wederom nog genoeg plaats en wij vinden een mooie plek aan de steiger met de neus in de wind, voor als….
De passanten-haven van Texel is een heel vriendelijke haven door zijn uitstraling maar ook door het personeel. Vriendelijk worden wij ontvangen en wij krijgen de nodige informatie over het eiland. De faciliteiten zijn prima en wij voelen ons er snel thuis. Met Maarten huur ik 2 fietsen en wij fietsen naar Ecomare. Daar zien wij de enige zeehonden die wij op onze hele reis zien. Wij blijven 7 dagen liggen op Texel, eigenlijk 2 langer dan gepland, want wij krijgen 2 dagen stevige wind over ons heen, 6 tot 7 beaufort. Mooi is te zien hoe de zee, de Waddenzee, er uit ziet net over de dijk. Op zaterdag gaan wij verder naar Den helder, toch nog 5 tot 6 beaufort, wind en stroom tegen, het wordt een zoutige douche. In Den helder liggen wij bij de Marine Jachtclub, KMJC. Door de verhalen van George en Ria van Sleeuwen moeten wij natuurlijk ook deze haven eens aandoen. ’s Avonds gegeten in de kantine, ik uiteraard de nasi met een biertje en ook nog heerlijk gedoucht in de officiersclub. Je ligt eigenlijk binnen het terrein van de Marine. Als je ’s avonds een rondje wilt wandelen, kom je dus bij een hek. Dit hek wordt 24 uur per dag bewaakt en je ziet dus ook de gehele dag een wagen met bewakingspersoneel van de Marechaussee rondrijden. Aan de andere kant van de haven liggen de marine-schepen afgemeerd. Wij zien diverse grote en kleine marine-schepen, ook 3 duikboten, liggen. Imposant en dat van ons belastinggeld!

De volgende dag met rustiger weer maar een prima halve wind, richting Den Oever gescheurd. Je leest het goed, want door de opkomende vloed van 2 à 2,5 knoop en een gunstige wind, en vol tuig liepen wij regelmatig tegen de 10 knopen (SOG 9,9 knp) over de grond. Echt scheuren dus met de RAP. Tot voor de haven ingang van Den Oever kunnen wij zeilen. Daar krijgen wij wat moeite om het voorzeil in te draaien. Nou ben ik toch al niet zo’n fan van de rolfok, maar nu wordt het nog minder. Door de brug en sluis van Den Oever en op het IJsselmeer de zeilen weer gehesen. Halverwege het IJsselmeer komt de wind recht van achteren. Vanwege de weinige wind en het gemak hebben wij de rolfok weer ingedraaid. Dat ging weer niet denderend. Op het grootzeil zijn wij rustig naar Hindeloopen gezeild. In de haven ook nog even getankt en toen in de enorme jachthaven ons plekje gezocht. Daar heb ik de fok gestreken en alle delen nagelopen om te kijken of er iets defect was aan het rolfoksysteem. Alles liep gesmeerd, ook het blok boven in de voorstag. Ik heb zelfs Maarten nog omhoog gehesen om te kijken of hij iets onregelmatigs kon ontdekken. Alles was oké. Op de weg naar Stavoren maar eens kijken of het euvel zich nog steeds voor doet. ’s Avonds een leuke wandeling gemaakt door het kleine plaatsje.

Na een uitgebreid ontbijt, vertrekken wij uit Hindeloopen voor een mooie zeiltocht naar Stavoren. Nou ligt Stavoren vlakbij Hindeloopen, maar door een mooie stuurboordslag te maken richting Medemblik, kunnen wij toch een flink eind zeilen. In de Plotter de way-points gezet en met de aanwijzing van de wind op de plotter kunnen wij mooi zien wanneer wij overstag kunnen gaan om dan weer in een mooie bakboordslag richting Stavoren te zeilen. Uiteraard testen wij de snelheid van de RAP ten opzichte van andere boten. Een snel racertje haalt ons in, maar de rest, welke rest….? Wat zeiltjes die steeds verder achterop raken. In de Marina van Stavoren is het heel leeg, het lijkt wel of de haven net is aangelegd. Zelden heb ik zo’n lege haven in het hoogseizoen gezien. Uiteraard loopt de haven tegen de avond wel steeds voller, maar er blijft plek zat over. Stavoren, net als eigenlijk Hindeloopen, zijn echte watersportplaatsen. Alles draait daar om de watersport en de horeca. Uiteraard het vrouwtje van… nog even bezocht.
Vanwege de problemen met de rolfok, plannen wij een bezoek aan Enkhuizen. Daar zit onze dealer en zij hebben vast meer verstand van rolfokken dan ik heb. Uiteraard heb ik, toen ik bezig was in Hindeloopen, diverse goede tips ontvangen van mede-watersporters, maar ik heb zelf alles al geprobeerd en niets hielp. Mogelijk dat de fokkeval te lang is, waardoor deze rond de voorstag kan rollen. De volgende dag op de motor naar Enkhuizen, omdat de fok vastgelopen was toen wij voor Stavoren de fok in wilden rollen. Ik heb toen met de hand de fok om de voorstag gerold. Ik wil dit zo laten zitten, zodat de techneut precies kan zien wat er aan de hand was. Zonde van dat motoren eigenlijk, want er stond een echt RAP-windje. In Enkhuizen, achter de Dromedaris, liggen wij bij Messink Yachting in de Binnenhaven. De haven is omgeven door restaurantjes en is dus bij mooi weer erg leuk om te liggen. Maarten maakt in de kano een tochtje door zo’n beetje heel Enkhuizen en met Doerak op de punt trekt hij veel aandacht van de mensen langs al deze haventjes. Het probleem met de rolfok is snel opgelost, een extra stropje aan de bovenkant van het zeil, zodat de fokkeval korter wordt.
Uiteraard met Gideon Messink de ontwikkelingen binnen de watersportwereld doorgenomen en lekker over bootjes gekletst.

Na de reparatie kunnen wij weer vertrekken. Volendam is ons doel. Wij willen dat dorp van die sterren wel eens zien. Er is een mooie nieuwe marina aangelegd, die op loopafstand van het dorp ligt. De havenkom van Volendam is vaak heel vol en voor ons met Doerak minder goed te doen. Achteraf een goede keuze, want de marina is echt een plaatje. Grote stevige steigers, letterlijk, want ze zijn van beton op palen, maar netjes met hout afgezet. Verder prima faciliteiten en aardig personeel. Eigenlijk zouden mijn ouders langskomen, want als wij Volendam zouden aandoen, kwamen zij vis eten. Dat gaat niet door, jammer, maar wij zijn wel vis gaan eten bij Jan Smit-Bokkum. Echt zo’n Volendams visrestaurant, naast de haven, maar met mosselen uit Zeeland. Een mooi voorval vindt plaats als wij, nadat wij aangelegd hebben, naar het havenkantoor lopen. Er komt een speed-cruiser binnen varen en wij geven even de lijnen voor de mannen aan die op het dek van het jacht staan. Blijkt Jan Smit achter het roer te staan, ja, ja de echte! Verder is Volendam één grote commerciële rotzooi, waar dagelijks busladingen vol met toeristen van over de gehele wereld aankomen, die worden gedumpt op de dijk. Wel leuk om 1 keer te zien, daarna gauw achter je laten.
Na Volendam willen wij weer richting Zeeland gaan. Maarten en Sandra zijn nog nooit ’s nachts door Amsterdam gegaan, dus onze keuze is snel gemaakt, de Staandemast-route door Amsterdam. Nog even een mooi rustig zeiltochtje naar Amsterdam zit er niet in. Blad stil weer noopt ons op de motor richting het IJ. Zelden hebben wij zulk vlak water gezien, zeker op het IJsselmeer geeft dat mooie plaatjes. Ook het paard van Marken ronden wij, dat uiteraard ook door toeristen wordt bezocht.  
Al gauw zien wij de bebouwing van een grote stad. In Amsterdam wordt driftig gebouwd aan allerlei nieuwe hoge gebouwen, maar natuurlijk ook aan de Noord-Zuid-lijn. Bij de Houthaven varen wij door de, speciaal voor ons, geopende brug. Wij leggen aan, aan de Houtkade en wachten op de opening in de nacht. Om 23.30 uur wakker worden om de marifoon uit te luisteren. Wij kunnen vanaf 23.30 uur opgeroepen worden door de havenmeester van Amsterdam, wanneer wij aan de beurt zijn om de doorvaart te gaan maken. Inmiddels zijn er zo’n 20 jachten afgemeerd, die ook door de grachten willen. Pas om ongeveer 2 uur mogen wij aan onze tocht door Amsterdam beginnen. Varen in het donker met 20 jachten om je heen, midden in Amsterdam is een aparte ervaring. Gelukkig is het heel rustig weer en hebben wij weinig hinder van de wind.
Wij hebben besloten om door te varen en dus zo snel als mogelijk weer op groot water uit te komen. Dat betekent dat wij om 7 uur de brug onder de A9 moeten hebben, dat wij om 13.13 uur de spoorbrug bij Gouda moeten hebben en de Algerabrug om 15.20 uur. Altijd leuk om deze brug voor je open te zien gaan. Zelf rijd je er regelmatig over heen, maar je vaart er niet zo vaak ‘door heen’. Wij halen alles. Echter de Alblasserdamse Brug is defect. Deze draait pas weer om 20.00 uur. Wij wachten in de jachthaven van Ridderkerk, halverwege de Noord. Na ons avondeten gaan wij richting de Alblasserdamse Brug en stomen daarna direct door, naar de bruggen bij Dordrecht. Als deze open gaan om 21.16 uur, varen wij door naar Strijensas. Daar komen wij in het donker om 22.45 uur aan. Slapen! Na familie-overleg varen wij door naar Oude Tonge. Sandra wil boodschappen doen. Wij hoorden wel dat er veel waterplanten waren in Oude Tonge, maar proberen het toch. Helaas 200 – 300 meter na het sluisje lopen wij min of meer vast en besluiten om terug te gaan. Waar nu naar toe? St. Annaland wordt de volgende haven. Na een tijdje gewacht te hebben op rustige momenten bij de Krammersluizen, komen wij rond 19.30 uur aan in S. Annaland. Sandra doet de volgende ochtend boodschappen in “the town” en in de loop van de middag gaan wij op weg naar de Roompot. Op de fok naar de Zeelandbrug en na de brug, als wij met een grote groep zeilers er door heen gaan, alle zeilen omhoog. Even laten zien wie de snelste is. Helaas de wind is op en na 15 minuten zie je overal de zeilen weer zakken en dus ook bij ons. Rustig tuffen wij naar de Roompot, speurend naar bruinvissen. Wij bereiden ons voor op een overvolle passantensteiger en bespreken eventueel een uitwijk. Echter, als wij de havenkom invaren is de passantensteiger nagenoeg leeg. Ik roep op VHF 31 de havenmeester op en wij krijgen gelijk een box toegewezen. Dat gebeurt maar zelden. Meestal lig je 3-dik aan de passantensteiger en hoop je op een box de volgende dag. Wij liggen hier o.a. op verzoek van Maarten. Hij wil op het strand zijn bouw-kwaliteiten nogmaals bewijzen. Zandkastelen met grachten, wallen e.d. moeten het opkomende water zo lang mogelijk tegenhouden.
Klein beginnen, en steeds groter, totdat het water snel opkomt en het bouwsel toch opzwelgt.
Na de Roompot besluiten wij om naar Herkingen te gaan. Met een mooie zeilwind, scheuren wij naar de Zeelandbrug om vervolgens na de brug weer verder te zeilen naar de sluis van de Grevenlinge. Als wij aankomen, kunnen wij gelijk de sluis invaren. Helaas heeft de sluis een klein defect, waardoor wij 45 minuten moeten wachten tot het water daalt. Herkingen heb ik al besproken, dus na de sluis kunnen wij met een gerust hart, niet bang voor een avond aan de wachtsteiger, hoewel bang, naar onze box aan de B-steiger. Het blijkt ook hier heel rustig. Zo’n 80 plaatsen zijn er vrij. Pim komt een nachtje slapen. Na 2 dagen gaan wij verder naar Ouddorp. Een haven waar wij nog nooit geweest zijn, omdat wij dachten dat het te ondiep voor ons zou zijn. Ook onze vrienden Kees en Ria Doff liggen in die haven en het leek ons leuk om hen weer eens te zien. De zeiltocht er naar toe viel ook weer in het water, want de wind was wederom op. Vele zeilboten dobberden op het water met minimale vooruitgang. In de verte tekenden zich donkere wolken af, en het leek ons beter om op tijd in Ouddorp te zijn. Achteraf gelukkig, het heeft een beetje geregend, maar de wolken beloofden veel meer. Wij liggen in het oude vissershaventje. Voorzichtig zijn wij naar binnen gevaren om eventueel bruut vastlopen te voorkomen. Als wij de monding van het haventje invaren, roept de havenmeester dat box 56 nog vrij is en wij leggen daar aan. Er blijkt nog 2,70 meter water te staan, voldoende voor RAP. Het kleine haventje is gezellig om te liggen. Na de borrel bij Cees en Ria gaan wij uit eten in het clubhuis van de vereniging. Er staat altijd maar 1 menu op de kaart, en deze avond is dat groentesoep, schnitzel met patat, snijbonen met witte bonen en spekkies, en natuurlijk een ijsje toe. Voor € 12,- per persoon ben je klaar, op de drank na. Gezellig en niet duur.
De vakantie loopt op zijn eindje en wij moeten gaan beslissen hoe wij terug gaan naar Krimpen aan de Lek. De Alblasserdamse Brug is ook nu weer de brug die aanpassing van het schema vraagt. Wij varen eerst nog naar Bruinisse, de nieuwe uitgebreide jachthaven. Allemachtig wat wordt dat groot. Het is wel even wennen. Wij zien mensen die ook voor het eerst komen, zoekend over het terrein lopen, kijkend naar wat het oude was en wat het nieuwe. Wij liggen in het kommetje waar de verhuurboten komen te liggen. Dicht bij de ingang van de haven, zie je bijna alle boten in en uit varen, altijd gezellig. ’s Avonds komen onverwachts Henk en Janny Kooiman met hun vrienden Bert en Cora nog even langs. Ik had Henk een sms gestuurd, dat wij in Bruinisse liggen. Hij had te laat mijn bericht gezien en bij de havenmeester konden zij hen ook niet in het systeem vinden. Maar, zij lagen er wel, illegalen! Gezellig even wat drinken en natuurlijk de vakantie doornemen. Zij lagen al een tijdje in de haven bij hun vrienden, Bert en Cora hebben een vaste ligplaats in Bruinisse, en zeilden regelmatig een mooi tochtje op de Grevelinge.
Wat gaan wij doen? Na uitzoeken van de gegevens, brugopeningen, getijde en onze planning, besluiten wij om maar gelijk door te varen naar huis. Een hele tocht. Om 9.00 uur ’s ochtends, nemen wij de Grevelinge sluis, dat duurt lang, door naar Krammersluizen, daar moeten wij ook al lang wachten en bij de Volkeraksluizen gaat de deur net voor onze neus dicht. Zo hebben wij wel veel tijd verloren. Sandra wil nog even binnen lopen in Numansdorp. In het havenkommetje is het rustig en wij hebben ruim 1,5 uur om bij te tanken. Ik loop nog even bij de havenmeesteres, Leida, langs en rond 16.00 uur vertrekken wij richting Dordtse bruggen en dus richting huis. Doordat wij stroom mee hebben, zijn wij een uur te vroeg en wachten wij even op de wachtplaats. Na de Dordtse Bruggen en de Alblasserdamse Brug van 20.00 uur, komen wij om ongeveer 21.00 uur weer op de plek aan waar deze reis begon. Altijd weer fijn om terug te keren op je vertrouwde plekkie. Alhoewel het wel een abrupt einde is van je vakantie. Gelukkig was het woensdag, de dag na aankomst, slecht weer en hebben wij dus de vakantie met een mooie zonnige dag afgesloten.


RAP heeft ons weer overal veilig heen gebracht, wij hebben ook totaal geen onveilig gevoel gehad op zee of tijdens de ruige oversteek van Texel naar Den Helder. Op het IJsselmeer was het ook prima, alleen de diepgang van RAP en de diepte van IJsselmeer baarde mij nog wel eens zorgen, meestal vaar je in ongeveer 3 meter diep water. Rap steekt 1,95 meter, dus je begrijpt wat ik bedoel. Een mooie, lange vakantie is weer voorbij. Wat gaan wij volgend jaar doen?

vrijdag 9 april 2010

RAP op bezoek in Antwerpen, Willemsdok, zomer 2009


RAP op bezoek in Antwerpen, Willemsdok, zomer 2009

Nadat ik verleden jaar naar een botenbeurs was geweest in Antwerpen, in het Willemdok, wilde ik een keer daar met onze eigen RAP langs gaan. Midden in de stad, tussen de appartementen en restaurants op loopafstand van het centrum. Het deed mij sterk denken aan de Veerhaven in Rotterdam, alleen dan wat groter en weidser.
Nadat ik Sandra ook enthousiast had gemaakt, begonnen de voorbereidingen in het voorjaar van 2009. Zoveel hoefde er niet te gebeuren, maar als zeiler wil je alles goed voor elkaar hebben, “alle muntjes in het bakkie”, aldus Hans Hollestelle. Zo heb ik een FD-nummer aangevraagd bij de jachthaven, nieuwe kaarten gekocht van de Westerschelde en de kaarten van de plotter vernieuwd. Verder heb ik geïnformeerd naar de bruggen in het kanaal richting Hansweert vanaf Wemeldinge. Fijn zo’n zeilboot, maar je zit toch met die mast van 16,50 meter. “Arie, heb je die ijzerzaag nog?” Planning gemaakt in verband met hoog- en laagwater en richting Wemeldinge gezeild. Wij kwamen van de Dutch Classic Yacht Regatta in Hellevoetsluis en hebben overnacht in St. Annaland.

Daar hebben wij in de het restaurant het beroemde “vispotje” gegeten, zodat wij de komende dagen niet zouden verhongeren, “gadverdamme, wat lekker en ….veeeel!”. De volgende dag naar Wemeldinge gezeild om de dag daarna, zondag, richting Antwerpen te gaan.
Vanwege het tij zijn wij om 12.00 uur vertrokken uit de jachthaven van Wemeldinge. Onze prognose was dat wij 2 uur over het kanaal en de sluis zouden doen. Na de 2 bruggen en de sluis bij Hansweert, lagen wij om 14.00 uur op de Westerschelde, laagwater. De vaargeul oversteken en de betonning volgen. Af en toe kan je de gele “jacht-“ betonning volgen, net buiten de vaargeul voor de grote zeevaart. Op den duur kregen wij de stroom mee, waardoor onze snelheid ongemerkt ook opliep. Wij hebben niet gezeild, omdat wij volop wilden genieten van het uitzicht en de grote zeeschepen die ons passeerde. Het had makkelijk gekund, het vaarwater is breed zat en de wind was redelijk gunstig.
In de verte zie je de schoorstenen van de kerncentrale bij Doel al staan. Door het slingeren van de Westerschelde elke keer een andere richting.

Bij het Nauw van Bath kan je de gele betonning volgen en zo dus het”Nauw” afsnijden, scheelt weer een dikke mijl omvaren. De diepgang is daar meer dan voldoende, je kunt de gele betonning volgen. Na deze passage vaar je recht op de haven van Antwerpen aan, de havenkranen worden steeds duidelijker zichtbaar.

Vlak voor de havens vaar je de grens van België over en hebben wij het gastenvlaggetje van België gehesen in het stuurboordwant. Ik had eens een vlaggetje van de jachthaven Willemdok gekregen en die hebben wij ook onder het gastenvlaggetje gehangen.

Tevens een radarreflector gehesen, met dank aan de Provare voor het mooie “ei”, verplicht op de Westerschelde, en natuurlijk ons eigen verenigingsvlaggetje.
De planning was dat wij rond 18.00 uur bij de Royersluis zouden zijn. Wij waren vroeger door de stroming maar konden pas om 17.45 uur door de sluis. Daar was het nog hilarisch. De sluismeester, een echte Belg, vroeg in onvervalst plat Belgisch “Waar naar toe, waar vandaan?”. Wij konden het slecht verstaan, doordat de man plat Belgisch praatte, maar ook heel dicht bij de marifoon hard praatte. Na meerdere keren gevraagd te hebben wat hij zei, spelde hij bijna de zin. Daarna vroeg hij naar het FD-nummer en noemde daarna gelijk onze gegevens op. Prima eigenlijk. De boten die na ons kwamen, hadden hetzelfde probleem. Alles was mooi te volgen over de marifoon.
Ik had in de wachttijd voor de sluis even de havenmeester van het Willemdok gebeld met de mededeling dat wij er aan kwamen. Ik zei nog optimistisch, dat wij over een half uur, driekwartier bij hem waren. Waarop hij lachend riep, “reken maar op een dik uur”. En zo geschiedde. Om 19.00 uur legden wij vast aan de steiger van jachthaven Willemdok. De Royersluis was nog een verhaal apart. Er zijn geen bolders in de muren van sluis en de lijnen moeten dus over de bolders op de kade, een meter van de rand van de sluis vandaan. Gelukkig liepen er een soort stewards rond, maar je moet wel rekening houden met de lengte van je lijnen. Op de terug weg liep er niemand en moest je het zelf regelen. Ik heb toen RAP achter kort vastgelegd bij een trapje, RAP stationair vooruit gezet, het trapje opgeklommen en de lijn van Sandra aan gepakt en belegd en daarna de lijnen van de andere jachten die nog “hulpeloos” rond dreven.

Aan de kade bij de haven is een heel leuk en trendy restaurant. Dit voorjaar geopend, en het terras ligt aan de kade bij de haven. Vanaf de picknick tafel of zo’n ouderwetse strandstoel kijk je zo over de jachthaven uit naar je bootje. Echt een Vakantie gevoel. Een lekker licht Belgisch biertje, glaasje wijn en een, uit de eigen keuken, lekkere hamburger. Van alles hadden zij natuurlijk. Op sommige dagen kon je er zelfs ontbijten.

Na een verkenning van de omgeving van de jachthaven, de stad in. Op loopafstand zijn de meeste bezienswaardigheden en het beroemde centrum. Wij hebben o.a. het diamantmuseum bezocht aan het Astridplein bij het Centraal station. De volgende dag hebben wij een culturele trip door het oude centrum gehouden.

Na 3 dagen zijn wij weggegaan, je kunt makkelijk langer blijven, want er is genoeg te zien. Sandra heeft ook nog de beroemde winkelstraat onveilig gemaakt. Volgens ons heeft Ria van Sleeuwen een zus wonen in Antwerpen die de beste frieten bakt van Antwerpen, ongelooflijk want een gelijkenis!
Zowel op de heen als terug weg, kom je vele zeeschepen tegen, die de Antwerpse haven aan hebben gedaan of er nog naar toe gaan. Diverse grootte kom je tegen. De grote containerschepen zijn het meest spectaculair. Het lijkt trouwens dat deze schepen niet van die hoge hekgolven hebben. Schijn bedriegt, de golven zijn hoog en lang, meer een deining, je merkt ze wel degelijk. Zorg dat je glasservices goed geborgd is, dat de fles wijn van tafel is en dat er geen losse apparatuur e.d. in de boot staat. Wel leuk om ze op je af te zien komen. Door het slingeren van de Westerschelde zie je ze steeds van een andere hoek.


Het Willemdok is echt een aanrader om eens een paar dagen door te brengen. Bij de Havenmeesters, Tony en Raymond, kan je genoeg informatie halen over de stad Antwerpen, met een plattegrond, diverse folders van attracties e.d. Daarnaast zijn zij heel bereidwillig om je te helpen. Via http://www.jachthaven-antwerpen.be/willemdok/WILLEMDOK.html kan je het FD-nummer aanvragen en diverse informatie over de haven lezen.
Veel plezier, Hans en Sandra